NATO-ISAF lanceert nieuw offensief tegen Taliban in Helmand

Afghaanse Nationale Veiligheidstroepen (ANSF) zijn samen met de ISAF een nieuw offensief gestart om Taliban-extremisten te verdrijven uit de bovenloop van de Gereshk Vallei in de provincie Helmand.

De operatie met de codenaam “Chakush” (Hamer), is dinsdagochtend begonnen in de streek ten noordoosten van Gereshk tussen Heyderabad en Mirmandab. De manoeuvre is bedoeld om de Taliban te verdrijven uit de gebieden van de Upper Gereshk Vallei, aldus een verklaring van de NATO-ISAF.

Aan de operatie nemen enkele duizenden militairen van de NATO-ISAF en de ANSF deel.

Luitenant-kolonel Charlie Mayo, woordvoerder van de Task Force Helmand, zei dat deze operatie een belangrijke stap is om de veiligheid te verbeteren die nodig is voor de Afghaanse regering om de extremistische invloed van de Taliban op de gemeenschappen in Sangin en de Upper Gereshk Vallei uit te schakelen.

“Het is van vitaal belang om te voorkomen dat de Taliban de plaatselijke bevolking kan intimideren en terroriseren zodat ze hun dagelijkse leven op een vreedzame manier kunnen leiden,” zei Mayo.

Volgens Mayo belemmert de aanwezigheid van de Taliban de ontwikkelingsprojecten en het opbouwwerk om de levensstandaard van de bevolking te verbeteren.

Het doel van de ISAF is om de invloed en de controle van de democratisch gekozen regering van Afghanistan uit te breiden en opbouwwerk te verrichten.

Vroeg in de ochtend stelde de ISAF samen met de ANSF een brug veilig over het Nahr-e-Seraj kanaal. ISAF en ANSF eenheden doorzochten gebouwen voordat genietroepen een “forward operating base” openden om blijvende veiligheid te brengen in de toelomst.


Ondertussen heeft de gouverneur van de oostelijke provincie Paktika, Mohammad Ekram Akhpelwak, verklaard dat de vier ISAF-militairen die daar gisteren door een bermbom gedood werden Amerikanen waren.

Volgens de Associated Press zijn er dit jaar nu 114 westerse militairen in Afghanistan om het leven gekomen, waaronder 54 Amerikanen.